Leerlingvolgsysteem
Toetsen
De toetsresultaten worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem ParnasSys. De leerlingen
van de groepen 1 en 2 worden door observaties in hun ontwikkeling gevolgd. Deze worden
vastgelegd in de “Leerlijnen van het Jonge Kind”, een observatiesysteem van Driestar
Educatief. Hierbij worden allerlei aspecten van de ontwikkeling geobserveerd en genoteerd.
Vanaf groep 3 wordt vanaf schooljaar 2022-2023 gebruikt gemaakt van het IEP
Leerlingvolgsysteem. Tot slot volgt de IEP-eindtoets in april van groep 8.
Basisscholen zijn verplicht om te werken met een leerlingvolgsysteem (LVS). Een LVS geeft de
leerkrachten inzicht in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel- als op
groepsniveau. Door de resultaten te analyseren kan de leerkracht het onderwijsaanbod
afstemmen op de leerlingen.
Een kind is meer dan taal en rekenen
Kwalificatie is een belangrijk doel van ons onderwijs. Met het IEP LVS geven we dan ook de
resultaten op taal en rekenen weer aan de hand van de referentieniveaus. In groep 7 geven
we tevens een pré-advies en in groep 8 een schooladvies. Dit pré-advies en schooladvies
kan de leerkracht gebruiken als ondersteuning bij het geven van een passend advies. Voor
groep 6 vinden we een dergelijk advies nog te vroeg. Daarom laten we voor die leerlingen
alleen de scores zien van het behaalde referentieniveau taal en rekenen. Naast kwalificatie
zijn socialisatie en persoonsvorming ook belangrijke doelen van ons onderwijs. Daarom
bestaat het IEP LVS naast de hoofdtoetsen, ook uit hart- en handeninstrumenten. Deze
instrumenten vult de leerling zelf in. Zo krijgen de leerling en de leerkracht inzicht in het
profiel van de leerling op leeraanpak, sociaal-emotionele ontwikkeling en creatief vermogen.
Een kind is namelijk meer dan taal en rekenen.
Kenmerken van het IEP LVS
Het IEP LVS is een digitaal systeem, zodat leerkrachten direct de resultaten hebben en
daarmee aan de slag kunnen. Het IEP LVS is net als de IEP Eindtoets zo gemaakt dat de
leerling kan laten zien wat hij/zij kan en dat hij/zij daarin niet belemmerd wordt. Zo is er
gebruik gemaakt van functionele afbeeldingen, is taal geen belemmering bij rekenen en
kunnen de leerlingen lezen van papier. De context van de vragen is afgestemd op de
leefwereld van de leerlingen, bijv. skeeleren, blogs en een tekst over het schoolkamp. Ook
bij de hart- en handeninstrumenten is rekening gehouden met de leefwereld van de
leerlingen door situaties voor te leggen waarin een groep 6 leerling zich écht herkent.
De vorderingen van de leerlingen worden ook gevolgd door het afnemen van toetsen die bij
de diverse methodes horen.
Het onderdeel ‘Hart en handen’ van IEP voor sociaal-emotionele ontwikkeling geeft een
beeld van een kind op de hoofdgebieden: sociaal-emotionele ontwikkeling, leeraanpak en
creatief vermogen. Dit wordt door de leerlingen ingevuld. De uitslagen worden getoond op
een talentenkaart. Na het invullen vindt een kindgesprek plaats met het kind. Ook gaat de
talentenkaart mee met het rapport, zodat u het thuis met uw kind kunt bespreken.
De IEP resultaten worden door zowel de directie op school- en klassenniveau, als door de
intern begeleiders op klassen- en leerling niveau bekeken. De resultaten worden op
teamniveau en op leerkrachtniveau besproken. Conclusies die worden getrokken kunnen
leiden tot aanpassing op zowel school-, klassen-, als leerlingniveau.
De groepsleerkracht en de intern begeleider spreken de toetsresultaten door en beslissen
samen welke onderdelen extra aandacht nodig hebben en welke leerlingen extra hulp zullen
krijgen. Alle leerlingen die niet het gewenste leesniveau beheersen en alle leerlingen die met
de IEP-toetsen onvoldoende vorderingen maken, krijgen extra hulp. Deze hulp wordt zoveel mogelijk binnen de groep gegeven door de eigen leerkracht. Dat gebeurt tijdens momenten
van zelfstandig werken of door extra instructie tijdens de les of door gerichte aandacht. In
enkele gevallen zal een kind individuele hulp krijgen buiten de groep.
Met extra hulp kan ook worden gestart naar aanleiding van achterblijvende resultaten tijdens de dagelijkse lessen of bij methodetoetsen. Die hulp wordt door de leerkracht in de klas gegeven. Het hoeft bij het bieden van extra hulp niet altijd om leerachterstanden te gaan, maar dat kan ook te maken hebben met problemen op gebied van concentratie, gedrag, motoriek, enz.
Rapportage
In oktober is er een gesprek tussen de leerkracht en de ouders met als doel het bespreken
van de onderwijsbehoeften van de leerling. Ouders geven ons op deze manier waardevolle
informatie, die van belang is voor de aanpak in de groep. De leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport mee, namelijk in januari en in juni, met daaraan gekoppeld oudergesprekken in januari en een inloopmiddag in juni. Tijdens de 10-minuten gesprekken wordt de ontwikkeling van de leerling met de ouders doorgesproken.
Bij het kleuterrapport ligt de nadruk op het volgen van de ontwikkeling bij kleuters.
Voor de groepen 3 tot en met 8 geldt, dat we het rapport baseren op de toetsresultaten van
school gebonden (methode) toetsen. De waardering hiervan wordt in een letter uitgedrukt
(Zeer Goed, Goed, Ruim Voldoende, Voldoende, Twijfelachtig en Onvoldoende). In de
groepen 7 en 8 worden cijfers gegeven voor de vakken taal, rekenen en lezen. Zo sluiten we
beter aan bij het Voortgezet Onderwijs.
Bij het rapport krijgt uw kind een uitdraai mee van de methodeonafhankelijke toetsen (IEP).
De bedoeling hiervan is, om u te laten zien hoe uw kind presteert op een landelijk
genormeerde toets. Deze toetsgegevens geven aan in welke richting uw kind zich ontwikkelt.
Er kunnen zich verschillen voordoen tussen de resultaten, die kinderen boeken op de methodetoetsen en op de IEP-toetsen. Dat kan verschillende oorzaken hebben: bijv. het feit dat in een IEP-toets stof gevraagd wordt over een langere periode en het in een methodetoets gaat om de zojuist behandelde leerstof.
Doublure
Soms lukt het niet om een kind op het gewenste niveau te krijgen. In dat geval kunnen we
besluiten om het leerjaar nog eens over te doen. Dat besluit wordt genomen door een team .
Dit team wordt gevormd door de IB-ers, MT en de leerkracht. Een advies tot doubleren wordt
altijd genomen op basis van de cognitieve én de sociaal emotionele ontwikkeling en dient
door de directie te worden overgenomen. Ouders worden al ruim van te voren betrokken bij
dit traject. Al bij het 1e rapport worden zij op de hoogte gesteld, dat een doublure tot de
mogelijkheden behoort. De beslissing voor een doublure ligt bij de school. Ouders worden in
kennis gesteld van ons besluit.
Ouderportaal
Ouders hebben via het ouderportaal ook de mogelijkheid om de gegevens van hun kind in te
zien. Met een unieke code kunnen ze inloggen. Naast persoonlijke informatie en namen en
foto’s van klasgenootjes kunnen ouders hier ook de toetsgegevens van methodetoetsen en
Cito-toetsen inzien. Ook is het mogelijk om via dit portaal adreswijzigingen door te geven.